Verkeersborden
In Keerbergen geldt op verschillende belangrijke toegangswegen een maximumsnelheid van 70 km/u. Toch merken we dat deze snelheid vaak niet gehaald wordt.
Dat heeft verschillende oorzaken. Sommige bestuurders weten niet dat de maximumsnelheid daar 70 km/u is in plaats van 50 km/u. Bovendien moeten nieuwe voertuigen sinds 2024 een geluidsalarm geven zodra de toegelaten snelheid wordt overschreden. Jammer genoeg lezen die systemen vaak de verkeerde maximumsnelheid. Vooral na kruispunten waar de snelheid verandert van 50 naar 70 km/u, maar dit niet met een bord wordt aangeduid, gaat het mis.
Het gevolg: bestuurders krijgen een waarschuwing bij een correcte snelheid. Dat leidt tot verwarring en kan zelfs gevaarlijk afleiden.
In Bonheiden werd dit opgelost door borden type C45 (“Einde 50”) te plaatsen, zodat zowel bestuurders als slimme voertuigen beter geïnformeerd zijn.
Groen vroeg daarom of Keerbergen dit voorbeeld wil volgen en C45-borden wil plaatsen op de toegangswegen, zodat verkeersveiligheid en duidelijkheid verbeteren. Het gaat over een handvol extra verkeersborden die de verkeersveiligheid kunnen verhogen.
Het antwoord van het college:
Een wildgroei aan verkeersborden moet vermeden worden. Bestuurders moeten zelf alert zijn en het is volgens het college veiliger om 50 km/u te rijden dan 70 km/u. De oplossing ligt volgens hen eerder in betere voertuigtechnologie dan in extra borden langs de weg.
Asbest in scholen
Op 11 januari verscheen in Het Laatste Nieuws dat er in minstens 2000 Vlaamse scholen asbest werd aangetroffen. Dat baart ons zorgen: zowel de veiligheid van onze schoolgaande kinderen als van het onderwijzend personeel komt hiermee in het vizier.
Groen stelde daarom volgende vragen:
- Is de situatie in de Keerbergse scholen al in kaart gebracht?
- Werden er risico’s vastgesteld voor leerlingen en personeel?
- Is er een tijdskader om de asbestdossiers in te dienen en de problemen aan te pakken?
Het antwoord van het college:
Voor de gemeentelijke scholen werd een inventaris opgesteld. Op basis daarvan is al een deel van het asbest verwijderd. Er blijft nog asbest aanwezig, onder meer in dakgedeelten en steunpalen. Volgens de gemeente is het risico quasi nihil, zolang deze onderdelen onaangeroerd blijven.
Bij renovatiewerken moet het asbest op een veilige manier worden weggehaald. Hiervoor voorziet de Vlaamse overheid een subsidie van 100%. Het bestuur wacht op een officieel bericht om eventueel een aanvraag in te dienen.
Verder zal dit onderwerp ook besproken worden tijdens het scholenoverleg in februari, samen met de scholen van de andere onderwijsnetten. Daar zal bekeken worden of een gezamenlijk of afzonderlijk dossier het meest aangewezen is.
Sluipverkeer in fazantendreef
Wie van Tremelo naar Haacht rijdt via de Tremelobaan, krijgt via Waze vaak de Fazantendreef als snelste route voorgesteld. Dat levert een gevaarlijke situatie op.
De Fazantendreef is immers een belangrijke fietsverbinding die dagelijks gebruikt wordt door veel schoolgaande jeugd. Scholieren richting het Koninklijk Atheneum in Keerbergen en jongeren naar Don Bosco in Haacht passeren hier massaal. Net tijdens die momenten wordt ook het gemotoriseerd verkeer via Waze door dezelfde straat geleid.
Omdat Waze zijn routes afstemt op de verkeerssituatie, kan dit enkel aangepast worden wanneer er lokaal maatregelen worden genomen. De verkeerslichten op het kruispunt van de Oude Putsebaan en Tremelobaan zorgen voor extra tijdverlies, waardoor de app dit sluipwegje blijft verkiezen.
Groen vroeg daarom welke maatregelen het bestuur wil nemen om de veiligheid van fietsers in de Fazantendreef te garanderen.
Het antwoord van het college:
Volgens schepen Iliaens is de situatie al verbeterd sinds de verkeerslichten op het kruispunt Tremelobaan-Fazantenlaan geplaatst zijn. Die zouden ook wagens ontmoedigen om de Fazantendreef als sluiproute te nemen.
Maatregelen zoals een zone 30, een fietsstraat of het beperken tot plaatselijk verkeer kunnen volgens hem overwogen worden, maar vergen ook handhaving. Een structurele oplossing ligt volgens het bestuur breder, binnen een mobiliteitsplan en een duidelijke visie over straten die intensief door fietsers gebruikt worden.